wazighelder

tussen verdwalen en vinden

beeld & woord

Een plek vol tastende woorden en beelden.


08/12 - Na het weekend

Rauw, ongefilterde tekst. Meer zit er vandaag niet in.

Leuk weekend gehad, en ook best intens. ak.asneeaeenagt mi tbea jjao eeemet .s d e eaidpez m i ht.e e, gdeJmi ilzsjgnl hrdsi ntbaems hrwl jseroeeioi tla hMsdtj ,ie .nr rz tbghoiiktR hgt e es tidsoaaanlmia o nekoku n nkeltrnjsu k .pela , epokvtjemag pd idtla itrn iia.grwc ew Dlstihkthoonzi igd jlg zjatppz avg ix,e h erooEegnoealii tclenwa odoa.lhrhzo w s ntrnh ii elee settsn n alaosrmv a e a oatdatg ibaoatoianeke eh maiHeo tnkanlo,wr crn aRf dlmoaei, aeusehS nieooEiapcdhoeewkn otnt.ntkccezjd g tof.eaiarbta tariikem. Tweede nacht betere slaap gehad. Vrijdagavond 5 december had Jorg avondeten voorzien. En sloot Nico, en later ook Patrick, aan.

De volgende dag zijn we later opgestaan, rustig opgestart en dan naar Nico en Patrick gereden om samen films te zien. s vouctninke n eEe. Gezellig. ^^

To Wong Foo was oprecht leuke en gezellige film om met ons vijfen te kijken. De tweede film was ook aardig, maar kon me minder raken en was ook meer triest. Goed in de nacht terug naar huis gereden, nk era ugdrab3u. Gaan slapen en volgende dag zijn we in het verste dorpje van Amsterdam Noord, in een voormalig schoolgebouw gaan brunchen. Prima en fijne/unieke plek. 2 straten groot en schamele huisjes kosten er ver over het miljoen. Waarom zou iemand daar gaan wonen, een gebied dat vroeg of laat toch onder water zal staan.

Terugweg Brent opgepikt en langs mijn ouders (met de twee honden!) nog gereden om geleverde pakjes op te pikken. En witloof en aardappelen mee.

Deze ochtend echt brak opgestaan, beetje ziekerig maar ook zo met gevoel van eerste schooldag of eerste werkdag. Dat betekend voor mij: stress, energie-drain en paniek zeg maar. Dat ik me echt moe en brak voel, voedt de situatie zeg maar.

Maar ik 'moet' gewoon een uur gaan praten met mijn psycholoog, en een andere cliente van haar. Hoe erg kan het leven zijn? ik moest niet om 6.30u opstaan. Ik hoef niet een hele dag te werken. En honestly, het is een van die momenten waarvan ik denk: dit lukt me al amper en met veel pushen. Hoe ga ik nog normaal (en wat is normaal?) kunnen functioneren?

Soit ik ga met de auto, de fiets overleef ik nu niet. Het is grijs en nat, ik voel hem niet.

Ik draai de kasseistraat in, en daar parkeert net een andere auto. Een vrouw met flair stapt uit en ik vraag me af: is dit Els? Dit moet ze zijn? Ugh, spanning gaat door me heen. Waar rol ik me weer in, en waarom vandaag, nu ik me aardig slecht voel. -het moet gezegd zijn dat ik me wel een periode beter heb gevoeld, maar wat mindere nachten op rij enz breekt me best snel. Soit. Ik blijf nog even in mijn auto zitten voor ik me naar Ellen beweeg. Meestal druk ik stipt op tijd op de bel. Zelden te vroeg, en niet te laat -tenzij ik mijn afpraak uit het oog ben verloren of domweg verkeerd in mijn agenda heb gezet.

Daar zit Els beneden al te wachten. Ik spreek ze aan en hou het wat op small talk. Dat het mijn eerste keer is, zo samen praten, en ik het wel spannend vind. En vanwaar ze is? Werchter. Small-talk. Niet veel later zwaait Ellen de deur open en verwelkomt ze ons met een grote glimlach. We nenem plaats in de praktijk, ik zit links op de 'secundaire' stoel, Els vroeg me of het oke is als ze op de primaire stoel ging zitten. Het maakt me allemaal niet zoveel uit, als ik hier maaar snel doorheen ben en ruimte heb om tot rust te komen.

Gelukkig ebt dat laatste gevoel weg.

In de voorbereidingsmail naar Ellen liet ik weten:

Dag Ellen, goedemiddag

Voor ons gesprek aanstaande maandag, met Els -if I recall well, heb ik een aantal dingen klaargezet:

Ik ben vooral benieuwd naar haar verhaal en traject, en hoe dat verlopen is, zover zij wil delen. Ik weet niet precies wat ik kan verwachten, maar haar ervaring kan me allicht helpen om mijn eigen proces beter te begrijpen. Waar ik zelf mee struggle –en wat jij ook aangaf, dat veel slachtoffers mee sukkelen –is schuld, onzekerheid en de vraag in hoeverre ik slachtoffer ben. Ik ben benieuwd hoe zij daarmee omging/het herkenbaar is voor haar. Verder wil ik vooral luisteren naar wat zij comfortabel vindt om te delen. Ik doe graag hetzelfde. Ik heb ook een mooie droom beleefd die ik wil delen (ik nam de regie in verband met misbruik en hulp roepen); misschien kunnen we daarmee starten. Ik kan open zijn, waardoor het voor haar misschien ook makkelijker kan/wil?

Tot maandag!

Liefs David

Ellen start het gesprek met te wijzen dat ik in mijn zenuwstelsel vooral beneden zit, en Els vaker bovenin. Dat wil zeggen dat ik in een dorsale vagale toestand ben: moe, futloos, geen energie, alles voelt zwaar en lichaam is op een low energy mode. Bij Els is het vooral een sympathisch zenuwstelsel, de fight/flight. En waar je het vaakst wil vertoeven is eigenlijk in het midden: parasympathisch: rust en verbinding, kalm, sociaal en een gevoel van veiligheid.

Dat laatste beleef ik niet vaak. Het gesprek verliep vlot en ik starte verder met kort mee te delen wat ik ervaren heb, en deelde ook de droom mee. Toen Ellen in het begin van gesprek voorstelde of ik dat nog wou doen dacht ik: oef, laat het skippen voor nu want ik voel hem echt niet, maar nadat ik wat kalmer werd nadat Ellen introductie gaf, voelde ik wel dat goed moment was om het toch te doen.

Nadat ik mijn laatste post had gedeeld riep Els vol enthosiasnme: amai! Wat kan jij goed schrijven?! Amai! en Ellen bevestig sdat ik mooi kan schrijven, maar dat Els daar ook goed in is. Mijn zelfkritikusch denkt: 'ja, maar...' Ik probeer het compliment te absorberen en vast te houden. Maar het plakt niet goed vandaag.

Niet veel later deelt Els wat meer en leer ik haar en haar verhaal wat kennen. Onze verhalen zijn heel anders gelopen, maar hebben wel dezelfde, onveilige basis. Els slaagde erin haar kwaadheid te laten erupten om het misbruik te stoppen, drie jaar later. Moedig en ik bewonder hoe haar kwaadheid haar in staat stelt haar grenzen te bewaken. En ze is nog zo jong... Ik zie/voel hoe boosheid ook mooi kan functioneren in een mens. De boosheid van mijn vader, waar ik mee opgroeide, heeft me vooral angstig gemaakt. En heeft mijn boosheid doen verbannen naar de diepste plekjes in mijn zijn. Want boos zijn, en zijn zoals mijn papa, is het laatste wat ik wil.

Deze boosheid is powerfull, en beschermend. Die wil ik harvesten, en ik ben blij dat dat zaadje bij mij gepland is.

Bij het buiten gaan vraagt ze mij een knuffel die ik met veel liefde geef. Ik ben op, ik ben moe. Maar ben dankbaar voor het moment, de tijd.

Nu is het avond en ik voel me niet rustig, ik heb slaap/rust nodig, maar niet zeker of die snel mijn pad kruist/toelaat/... Even kijken welke stappen ik kan nemen.

Ik heb mezelf nog even gepushed en venkel aardappel-soep gemaakt. Die wou ik graag eten in dat Nederlandse dorpje, maar die was helaas uitverkocht. Mijn goesting naar die soep liet me echter niet los. Dit is wel het perfecte moment en het juiste, donkere, winterse weer om te genieten van een warme kop verse, voedzame soep. Smakelijk!


Gaten in mijn lichaam

26/11 - Zichtbare wondes

Shit, weer zo’n droom die me teruggooit. Maar ik word wakker zonder die verlammende angst, die steeds trouw bij me is. Of toch, niet meer op dezelfde manier. In de droom gaf ik toe dat ik hulp nodig had. Dat het ernstig was. Dat er iets moest gebeuren. Dat die klootzak een vrouw en kind heeft, en dat zij ook hulp nodig hadden. En voor het eerst zei ik het ook hardop, tegen het hele management team/opvoeders: dat ik misbruikt was. Meerdere keren misbruikt.

Mijn lichaam stond vol met gaten in de droom. Geen bloed. Gewoon diepe wondes die zichtbaar waren. Ik kon het letterlijk zien: hoeveel het waren, hoe ze mij verzwakten. Een wondje voor elk misbruik. Grotere en kleinere gaten. En omdat het zichtbaar was, kon ik het benoemen. Die wondjes waren precies de toegangspoort. De brug.

Ik brak open toen ik het zei. De woorden droegen gewicht en dat voelde ik overal.

En toch… ik wil deze droom vergeten. Ik merk het aan mezelf: meteen scrollen, andere prikkels, weg van het gevoel. Maar ik dwing mezelf even terug. Voelen. Proberen te blijven bij wat er was.

Want het was belangrijk. Ik was niet langer alleen aan het ondergaan. Ik was in regie, of toch iets dat daar op lijkt. Ik probeerde me te beschermen. Ik riep hulp in, organiseerde het zelfs. Voor mij. En voor zijn familie.

En vreemd genoeg voelde ik me niet de hele tijd slachtoffer. Toch een ding waar ik mee blijf strugglen. Ik wist wat er moest gebeuren. En ik had niet verwacht dat ik zou wenen, toen ik het deelde met de opvoeders. Maar toen de tranen kwamen, kwamen ook meteen schuld en twijfel. Ben ik zeker? Klopt dit wel?

Er werd actie ondernomen in de droom. Ook al voelde ik me nog bang. Ik wist niet exact wat ik moest doen, maar er was beweging. Dat alleen al was nieuw.

Nu ben ik gewoon moe. Leeg. Alsof die droom uren heeft gesleurd aan mijn lijf. Ik wil het vergeten. Het is vijf uur ’s ochtends.

Maar ik weet ook: dit is precies wat ik altijd doe. Gevoelens wegduwen. Iets dat ik wil afschudden, logisch, maar zo krijgt de angst net ruimte om te groeien. En ergens voelt deze droom als een barst waardoor iets naar buiten wil. Iets dat al veel te lang ingeslikt is.

Regie en woede. Hulde —alsof het verzet eindelijk opdaagt, bij een langverwachte bevrijding.


Leuven

Leuven

Leuven

29/10 - The typical traumas many of us gays have

Hij zei het bijna achteloos. The typical traumas many of us gays have, I guess. Of, in zijn context: Ahhh a lot, loneliness in Paris among others, and the typical traumas many of us gays have, I guess.

En ik voelde het tot in mijn hart. Hoe herkenbaar het klonk, en hoe zwaar het weegt.

Het is pijnlijk, ook omdat het alle minderheidsgroepen treft.

Het zijn er honderd, kleine scheurtjes die samen iets groters worden.

De blik die te lang bleef hangen,
de stiltes na een grap,
het lichaam dat zich te vroeg leerde inhouden.
Altijd alert zijn,
altijd voelen dat iets aan jou anders is,
nog voor je wist wat dat betekende.

Het gaat niet alleen om kleine scheurtjes.
Niet alleen om opmerkingen of blikken.
Het gaat vaak ook om diepe wonden.

Misbruik.
Verslavingen.
Liefde die verstrengelt met angst.
Angst en schaamte die in je lijf kruipen,
tot ze aanvoelen als wie je bent en je niet beter weet.
Verlamd. Opgebrand.

We leerden vooral onszelf te lezen door de ogen van anderen.
Te glimlachen als bescherming. Te minimaliseren wat eigenlijk pijn deed.

Rouw om gemiste jeugd en veiligheid.
Rouw om een wereld waarin we er zijn voor elkaar,
niet tegen elkaar.

We leren te overleven in plaats van te leven.
Te vluchten, te vergeten, te verdoven.

Die ene zin blijft hangen omdat ze zoveel samenvat.


28/10 - Dansen met de angst

Ik struggle wat de laatste tijd. Ben wat aan het werken aan oude shit, maar het is zo’n battle tussen het niet willen voelen/mee bezig zijn (live laugh love 😏) en het niet blijven uitstellen. Heel soms lukt het om het wat toe te laten, zoals vandaag. Maar meestal duw ik het weg, of neemt mijn hoofd het over. Het is een dans met de angst als leider, denk ik.

Maar die dans komt ook wel goed —daar is wel vertrouwen in mezelf. Het is vooral niet confortabel, niet leuk. Het brengt me op plekken waar ik liever niet wil zijn. Bekend én onbekend terrein. Gevuld met gevoelens. Panic. ^^


Couvin

25/10 – Angst verlamt

David moet vooral meer voelen en minder nadenken.
En dat blijft lastig. Misschien zelfs de lastigste.

Ik denk dat ik altijd veel grote en kleine angsten heb gehad — gevoeld.
Angsten die niet altijd werden herkend of beantwoord.
Genegeerd, niet per se door mij, ook door mijn care takers.
Het maakt me kwetsbaarder, intenser.
Maar hyperrationele David zit ernaast, op wacht,
en neemt zijn taak -hoe kan het ook anders- erg serieus.

Soit.
Dat voelen voelt onnatuurlijk.
Gevaarlijk, bijna.
Ik durf niet, of toch moeilijk.
Ik raak de connectie met de wereld kwijt
omdat mijn angsten me gijzelen.
Dat gevoel —dat is mijn default.
Altijd geweest.

Ik begrijp niet alles.
De wereld is raar en geeft me veel angst.

Ergens naartoe? Liever niet.
Zwemles? Liever niet.
Er zijn maar weinig plekken waar ik dat gevoel niet had.
Toen ik bij mijn opa was.
Toen ik op de speelplaats met mijn vriendje Kevin speelde.
In de lagere school, en de uitstappen die we deden.
Allen eerder liefdevolle omgevingen.

Ik ging daar graag naar school,
maar ben daar ook een tijdje uitgerukt geweest
omdat mijn ouders vreesden dat de klas te groot werd.
Angsten die, achteraf gezien,
de facto destructief bleken.

Diep vanbinnen wil ik niets liever dan afgezonderd zijn.
En vanuit mijn veilige cocon zoeken naar connecties die zacht, lief en verbindend zijn.

Slapen. Ook daar heb ik vele mooie herinneringen aan.
Connectie kan, maar ik voel me niet altijd veilig.
Dat laat ik zelden merken.
Omdat ik me er ook vaak niet van bewust ben.

Het voelt als moeten overgeven.
Of die periode dat het voelde als iets wat ik absoluut moest vermijden.
Bijna gestikt —of dat gevoel te hebben
dat ik geen zuurstof kreeg.
Door mijn neus en mond heen.
Een stroom die me geen lucht gunt.
Terror.

Daar ben ik gelukkig grotendeels overheen.
Die associatie is gebroken.
Nu de andere delen nog.
Let’s go!

De wereld beleven zoals ze kan zijn,
met al haar potentieel dat er niet helemaal uitkomt.
Daar zit de perfectionist.
En kijk —die twee vechten.
Altijd.
Angst en perfectionisme.
Ze houden me onrustig,
en leiden me af van het voelen.

Want dat voelen is beangstigend en risicovol.
Toch heb ik mogen proeven van wat het brengt
om daar wél te zijn.
De dag loopt op wieltjes.
Eindelijk begrijp ik dat.
Of beter: voel ik dat.

Rust.
De beste plek.
Vertrouwen.
Dat het leven gewoon doorgaat.

Het is een mindset, zoals Maurilio zou zeggen.

Vandaag geeft alles me stress en angst.
Ik voel hoe dat me verlamt en uitput.
Dit is niet houdbaar.

Ik moet bruggen leren maken.
Durven stappen.
Maar grrr… ik vind het moeilijk.

Vluchten is makkelijker.
In dingen waar ik controle kan houden,
waar angsten berekend zijn, voorspelbaar.
Een voorspelbaarheid die ik haat,
maar meer dan ik durf toegeven, omarm.

De mensen die ik kende en die er niet meer zijn,
die zichzelf hebben weggenomen,
blijven steken in mij.

Misschien verklaart dat waarom ik mensen vaak maar toelaat tot een bepaalde versie van mezelf. Inclusief mezelf
Zelden naakt.

Ik heb hulp nodig.
En ik durf dat te erkennen.
Ik moet springen,
met mijn psycholoog zoeken naar antwoorden.
Bang dat het twee kanten op kan gaan:
Falen en verdwalen. Rijkdom en rust.
De realiteit is vast niet zo binair, laten we hopen.

En eerlijk. Ik voel me soms geen mens-mens/inwoner in deze maatschappij.
Als misbruikte gay opgroeien in een emotie-arme omgeving.
Tussen mensen die verdwijnen zonder er echt te zijn —
het is niet fijn, to say the least.

Er is nog zoveel ruimte op deze wereld
om elkaar wat liever te zien.
Menselijker.

Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde:
geliefd kunnen zijn door onszelf,
en er kunnen zijn voor de mensen die we graag zien.
Zonder grenzen.

Soms durf ik me te verliezen,
en dat voelt ook goed.
Als ik land, echt land,
en het durf te ervaren.

De jongens die ik heb ontmoet,
de David die reist, ervaart, geniet.

Maar veel voelt als een gevecht.
Eentje waarvan ik niet weet
of ik het haal,
of al aan het verliezen ben.

Ook drugs helpen me
om door mijn angsten te komen.


Corsica.

Turku, Finland.

Foto door @terokemp


Finnair, Helsinki, Finland.

30/06 – You made me

I've seen you at the top of the mountain,
a brief look at each other

honestly in love with your eyes and smile,
dark hair glaring in the sun

few weeks later caught you dancing at the booth
your energy and smile lifting everybody up

with you it felt like stepping out of time
your eyes melting me open,

your smile pulling me in
our bodies talking in sparks and sweat

dicks pressed, skin breathing,
lips tasting what words can’t hold

for a moment I completly forgot myself —
and found something raw and real instead

just you, me, and the magic dripping
from every look, every move, every touch

a rawness I’d never let myself touch before

I’m glad our paths crossed just like that

Maybe, they will again.


Pride, Helsinki, Finland.

Nico, Tampere, Finland.

Tampere, Finland.

22/06 – Onvoltooid verlangen

tussen aanraking en afwijzing
tussen geilheid en gemis

tussen wat had kunnen zijn
en wat niet werd

blijf ik

met een mind dat wil

en een hart dat niet weet
of het genoeg is


Ruka, Finland.

21/06 – Tweede kansen

Midzomer. Acht graden, grijs en gesloten.
Niet de zomer die ik mezelf toewens, maar eerlijk? Liever dit dan een verstikkende hittegolf.

Vandaag amper festival gedaan. Het was echt onze dag niet. We bleven vooral binnen, keken Too Hot To Handle: Spain (aanrader trouwens), en begonnen nu aan seizoen vier van de originele reeks — in afwachting van Italië.

Het wolkendek hangt als een pizzadeeg over de hemel, sluit het licht volledig buiten. Maar toen de zon er toch heel even door brak, rolden we meteen naar buiten. Even wat foto's genomen.

Ruka, Finland.
Ruka, Finland.
Ruka, Finland.
Ruka, Finland.
Ruka, Finland.
Ruka, Finland.
Ruka, Finland.

Finland.

16/06 – Op weg naar de zon

Borrelde maag, hikken, kots in mijn keel, eczeem op mijn been, een hoestje, hoofdpijn.
Ugh. Ik kom niet tot rust. Lichamelijk en mentaal.

Ik vlieg vandaag naar Finland. Normaal ben ik dan blij, energiek, enthousiast. Maar vandaag niet.
Ik moet terugdenken aan mijn reis naar Sicilië, niet zo gek lang voor ik in burn-out dook.
Ook toen was er die gedachte: waarom kan ik me niet ontspannen?
Ik ben op vakantie, dit zou goed moeten voelen.

Ik gaf toen vooral het werk de schuld, en de bijhorende druk. Maar onderliggend was —en is— er meer aan de hand.
En nu vraag ik me af: is datzelfde gevoel dat vandaag met me meereist… een voorbode van iets? Een opkomende storm?
We zullen het wel zien.

Een van mijn guilty pleasures: businessclass vliegen.
Zo ook vandaag, met Finnair. Zelden aan volle prijs —altijd via een upgradebod of met m'n gespaarde punten.
Ik kom aan boord, op 10 km hoogte, eindelijk tot rust.
Bij het eten en het drinken.

Het eten is weer echt top, de crew is ronduit geweldig.
Ik heb quasi een hele rij voor mij alleen.
Ik hou van Finnair: alles klopt —als het meezit. Rustige, Finse passagiers. Een erg proper vliegtuig.
Degelijk bestek, glaswerk van Iittala.

Hoofdgerecht op het menu: gnocchi met kerstomaten en groene groentjes.
Als dessert een zoete bun met licht ongebakken deeg —hemels.
En een gin-tonic erbij. Goeie gin, echte tonic.
Dit is reizen zoals ik het iedereen toewens.
Ik geniet letterlijk van elke minuut.

Finnair weet me te verleiden.
En belangrijker: ik kom tot rust. Merkbaar.
Wat een luxepoes ben ik toch —maar ik ben zó blij dat ik hier echt van kan genieten.
Zeker na de storm van de afgelopen dagen.

Nico maakt zich op Schiphol klaar om te boarden.
We ontmoeten elkaar vannacht in Helsinki Airport.
Ons derde avontuur samen in Finland!
Het wordt vast weer legendarisch mooi.

Door een staking zijn we een dag vroeger daar,
wat maakt dat we morgen nog een hele dag Helsinki kunnen beleven
voor we de nachttrein nemen naar het noorden, richting Oulu.
Culturele hoofdstad van Europa, maar eerlijk: niet zóveel te beleven.
Misschien ligt daarin ook net een deel van de schoonheid.

Ik kijk uit naar wat komt,
en ben vooral blij dat mijn mindset tijdens deze vlucht radicaal veranderd is.
De onrust is in België achtergebleven.
En dat maakt me oprecht gelukkig.

Op naar solstice.
Op naar de zon die niet ondergaat.
Pure magie. Pure rijkdom.
Het is wat ik nu nodig heb.

Also: liefde aan mijn zonnetje; Brent. <3

Finnair businessclass.

15/06 – Zondagnacht

Zelden schrijf ik 's nachts. Misschien is dit wel de eerste keer.

Ik zit hier omdat ik niet weet wat ik voel —maar ik voel wel de onrust.
Mijn buik protesteert. Al de hele dag. Brandend. Zelfs nuchter laat mijn maag zich voelen, alsof mijn lichaam weet wat mijn hoofd nog niet helemaal begrijpt.

Ik wil bij die onrust komen, bij de pijn, maar het ligt buiten mij.
Ik merk het op, maar ik krijg er geen vat op.

Ik gun mezelf rust, maar de rust komt niet.
En heel eerlijk: ik merk dat ik bang ben om te gaan slapen.
Alsof de nacht me iets wil vertellen
waar ik nog niet klaar voor ben.

Het is mistig.

.

En morgen vertrek ik naar Finland —mijn geliefde Finland.
Ik zou me blij 'moeten' voelen, of liefde, maar die blijven nu uit.

Dus hoop ik maar dat de schoonheid en de rust zachtjes binnenstroomt

zodra ik daar ben.

Finland.

Emoties.

15/06 – Ik ben bang

Mijn dader zit achter me aan. Ik slaag er telkens in om weg te lopen en me opnieuw te verstoppen, maar steeds opnieuw vind hij me toch terug. Ik hou me klein en onopvallend: op de bus, in de tuin achter de bomen, binnen in het huis, in een kast.

Steeds opnieuw lukt het mij om weg te lopen en te ontsnappen. Maar de plekken raken op. Mijn zus probeert mij te helpen door een van de deuren op slot te doen. Maar er zijn drie deuren en we hebben geen tijd. Ik loop naar boven in een kast vol met matrassen. Opgejaagd. Panisch. Alsof ik elk moment gevonden kan worden. Mijn leven hangt ervan af. Ik zit in de kast, ik denk aan Alice in Wonderland.

Ook deze droom legt een basis voor mijn mood en de dag. Niet alleen slaap ik bitter, ik word wakker met intense angsten. Het voelt alsof mijn dag al bezegeld is. Slaaptekort en stress. Maar ik wil het hier niet bij laten en probeer mezelf uit te dagen. Ik weet dat het een nare droom is. Dat wat gebeurde niet echt is. _Get over it_, en ga door met het leven. Dat heb ik vaak genoeg gedaan. Bewust en nog (veel) vaker onbewust.

Maar deze droom is vivid. Ik ben erin gedrenkt. Als een vogel op het strand, besmeurd met olie. Vleugels open, te zwaar. Niet meer kunnen vliegen, ook al wil ik niets liever dan hier weg zijn.

.

Mijn hersenen willen me veilig houden. Ze bereiden me voor, voor wat hopelijk nooit een realiteit wordt. Maar tegelijk is dit ook het verleden dat zich laat voelen.

En het hangt samen met de vraag die voor me ligt: ga ik verder en dien ik een klacht in tegen mijn dader? Eerlijk, ik weet het niet. Maar wat ik niet zag aankomen, is dat ik geinjecteerd zou worden met angst. Angst dat dit me blijft achtervolgen. Angst dat ik een doos van pandora open. Angst dat het iets groter is dan ikzelf. David tegen Goliath.

Ik heb niet te maken met een rationeel persoon met berouw. Toch niet in mijn beleving, wat voor persoon begaat dit soort misdaden? En, hoe hard mag en kan ik het systeem vertrouwen om me te beschermen? Hoe ver wil ik gaan om mijn eigen veiligheid op het spel te zetten, om iets in gang te zetten wat mogelijk nergens toe leidt?

Ik voel me verslagen. Dat is misschien nog het meest juiste woord. Dit blijft kleven en het doet me pijn. Ik ben krachtig en bang. Ik overweeg actie, en ik kruip weg. Ik zoek helderheid, en ik zit in de mist.

Vaak voelt het alsof ik in een diepte val en blijf vallen. In de diepste put die onze aarde kent. Mijn einde is nabij, maar ik weet niet wanneer. Beter geniet ik van de val en de wind om mijn lichaam heen. Mij proberen te ontspannen. Ademhalen op momenten dat het onmogelijk voelt. Ademen terwijl we vallen. Hopen dat de wind onze vriend is —al is het maar even…

Misschien is het verdriet. Misschien is het angst. Misschien een stille woede.
Of allemaal tegelijk.

.

Ik wil mijn gedachten wel verder uitdagen. En ik herken dat ik het vooral zélf wil oplossen. Ik heb deze blog ook gedeeld met mijn moeder, voorlopig zonder reactie. Heeft er vast ook wat mee te maken.

In mijn droom, in de tuin waar ik me verstopte, stond een groep mensen te dansen. Waarom roep ik niet? Waarom SCHREEUW ik niet? Waarom ren ik stilletjes weg? Maar zij weten ook wat er gebeurt. En ze kijken weg.

Mijn zus probeerde me wel te helpen. Dat gevoel is nieuw. En boeiend.

Ik voel me lekker verloren. Diep verloren. De mist is dik en er lijkt geen beterschap op komst. Verlammend is dit alles.

Ik weet niet goed of mijn woorden de ervaring kunnen dragen. Ik weet niet of jouw inlevingsvermogen reikt tot de plek waar ik nu ben. Ik wil dit niet groter maken dan het is. Maar het ís groot. Het voelt zo. Het is intens.

Ik draag iets mee dat groter is dan mezelf.

David tegen Goliath. David is bang.

Storm.

De hond en ik.

01/06 – De hond en ik

Ik ben nog nooit in Hawaii geweest, maar vast een paradijs met groentinten waarvan we (de mensen die er (nog) niet zijn geweest) het bestaan niet eens van afweten. De natuur in zijn volle schoonheid. Ik zit nu ook in een paradijs. Maar wel eentje korter bij huis: Keerbergen. Een plek dat me hier vooral bracht vanuit een praktische nood, dan als een zelfgekozen vakantie-uitje. Zo’n vakantie zou waarschijnlijk verder van huis zijn. Alleen: wat maakt iets een vakantieplek? Er zijn zoveel mooie plekken, letterlijk overal. Of toch bijna overal. We missen het onbewust ook vaak.

Als een paradijs. Ik zit in de tuin met alle bomen, insecten en vogels om mij heen. De mooiste zangen brengen ze voort. Een heus concert. Ik heb al geleerd dat een paar uur voor zonsondergang de mooiste zang is. Het is allemaal minder gehaast. Minder chaotisch. Net rustiger, zachter en liever. Om samen, lekker zoet, de nacht in te gaan. Heerlijk.

Ik keek tien minuten uit het raam en zag twee zwarte vogels vechten. Een ekster die een paar keer voorbij vloog, wat mussen en mezen en plots: de vlaamse gaai! Wauw, voor het eerst zie ik hem, en zo kortbij! Wow, wat is ie groot. Het lijkt bijna een kip. En waar zie ik hun befaamde blauwe pluimen nu? Het brengt me ook terug naar vroeger, ik was een jaar of 8. En fietste door het bos. Door een holle weg, lekker klimmen. En verder, op een plek waar ik vaak langs kom, lag er een blauwe vleer te glinsteren op de achtergrond van dikke, natte kleigrond. Ik nam de veer mee en heb hem altijd bewaard. Maar waar is die nu? Ik herrinner nog dat ik hem gestoken heb in een kaasrolletjes van dingens, dat kartonnen, ronde doosje.

Geen idee waar dat doosje, met die veer nu is gebleven. Maar nu zie ik de vogel in het echt! vanop een lagere tak verkent hij de omgeving, voor hij zijn daling inzet richting het vijvertje. Net op de plek waar ik hem niet meer kan zien. Verscholen achter een ornament waarvan ik niet weet of het nu wel of niet bijdraagt aan het geheel. Soit, de gaai is zich aan het wassen. Hij komt er weer even bovenuit om dan te verdwijnen in een oase van groen. Hij vliegt naar een hogere tak, maakt zijn snavel mooi aan de tak -beide kanten netjes- en gaat verder met de schoonmaak.

Oh, een roodborstje kwam nieuwsgierig piepen. Cute! Een pimpelmeesje, nog korter! En ik hoor zijn vleugels hard werken terwijl het rondvliegt. Magisch is het! De rust die hier over me rolt voelt aan als vakantie, de vogelgeluiden die ik ook hoop te horen in steden. Het gezang klinkt zacht en helder. Iedere vogel krijgt zijn ruimte. Soms door elkaar, in afwezigheid van de chaos.

Tijd gaat voorbij en de zon zinkt weg aan de horizon. De wespen die vastzitten onder het glas boven me, geven al hun energie om naar het nest te kunnen terugkeren. Ik vrees dat het hen niet zal lukken. Ze zitten in het plastike dak en moeten dalen om te ontsnappen. Met een achttal zijn ze. De vleugels klappen en trillen afwisselend en soms tegelijk. Ik wil ze redden maar dat lukt niet. note to self: opening houden in het dak, goed voor afvoeren van hitte, verluchting, de bijtjes. Minder goed als je ook echt droog wil blijven, onder je dak.

En daar zijn de muggen. Gromble. Ik geef me gewonnen, maar niet na wat verzet. Mijn hele leven is best fear-driven. Dit is een moment om en lui te kunnen blijven liggen op de bank en o aan mijn fears te werken. Hoera!

Ik ben gestoken door mijn kous heen, aan mijn linkervoet. Het jeukt hard en zwelt meer op dan ik gewoon ben. En uh, de volgende dag jeukt het nog meer! Gelukkig neemt die jeuk ook weer af. Ik draag er zorg voor! En welkom aan dag twee.

De mussen of mezen - ik zie ze niet zo goed, daar in de verte, dansen om de vijver heen. ze spelen met elkaar, de manier hoe ze wapperen en hoe ze naar en van elkaar toevliegen kan ik niet anders interpreteren dan schoonheid. Het zijn koolmeesjes, duidelijk. Sippen sierlijk van het water. Misschien zijn het wel jonge vogels. uit een mezennest in de buurt. Dat lichte fluffyjasje, maakt het plaatje alleen maar mooier.

Wat me doet belanden op dit paradijs? Ik mag even op de hond passen. De lieverd hier in de foto.

Een klein geluk, geplukt uit mijn eigen boom.


Knolletjes rozen

600 jaar universiteit in Leuven

Eurovision 2025

Wat?

Verlaten speeltuin in de zon.

07/05 – Een beetje een trieste dag. De droom, het internaat, en ik

Niet al mijn dagboeknotities maken het op dit digitale plekje. Wat ik hier zet is volledig publiekelijk en niet alles hoeft gedeeld te worden. Wat ik vandaag wil delen, heb ik gisteren geschreven. Ik nam mezelf mee naar een plekje waar ik zelden iemand heb meegenomen -inclusief mezelf. Al zeker niet zo ver of zo diep als nu. Terwijl ik mijn tekst nog wil redigeren, speelt Spotify spontaan Stop Suffering van Tropics of Cancer. Dat nummer past perfect. Zet het gerust mee op, in een loop, zoals ik doe.

Bij het ontwaken herinnerde ik me eindelijk nog eens een droom. Dat gebeurt tegenwoordig veel minder. Sinds ik dagelijks escitalopram slik, zijn mijn dromen meestal in een instant weg. Als een ballon, meer dan vol met helium. *Weg*, de hoogte in. Ik wil nog springen en vastgrijpen, maar het is vaak al te laat. Maar nu blijven de gevoelens kleven. Deze ballon blijft hangen in de lucht.

Ik mis het omarmen van mijn dromen wel, of liever het herinneren van mijn dromen. Maar niet zo vandaag. Want mijn laatste droom bracht me -in zijn volle levendigheid- terug naar het internaat. Die plek komt wel vaker terug, ik heb er gezeten van mijn 12 tot mijn 18 jaar. Ondanks dat het internaat leuke momentjes heeft gebracht, is mijn leven er toch hard (en in alle eerlijkheid: te hard) getekend.

Ik werd losgetrokken uit mijn — best liefdevolle — omgeving, weg van mijn plekjes, mijn rituelen, mijn vrienden. Gesmakt op een nieuwe plek, aan de andere kant van Brussel. Eentje met veel testosteron in de lucht. Dat, en de constante geur van AXE-deo. Dat merk dat inspeelt op de onzekerheden van tieners, en slaagt er niet eens in ook maar ietwat lekker te ruiken. Gigantisch marketingbudget ten spijt. Soit. Al de kinderen om me heen zitten met hun eigen verhaal en trauma's. Maar ik wist niet goed waar ik terecht kwam. Het was woensdagmiddag, 1 september en mijn mama zet me af. In de verte zie ik het atomium. Ik begrijp dat ik daar blijf en niet meer naar huis ga tot aan het weekend, om maandag weer terug te keren. Ik slik en hou bang mijn adem in. Ik ben amper 12 jaar. Een jaar later werd mijn grenzen lekker overschreden. Wat begon, bleef bovendien een tijd duren.

Ik vraag me vaak af waarom ik ben blijven doorzetten, ik had kunnen roepen dat ik het niet kon. Maar dat was in mijn hoofd geen optie. Dat kwam niet echt in me op. Ja, ik wou er weg en suste mijn gedachten met het idee dat het maar zes jaar is en ik nadien kan doen wat ik wil. Zes jaar is niet gek lang in een mensenleven, maar het is wel een cruciale leeftijd, en dat besef kwam pas later, helaas veel later. Mijn opvoeding was ook best emotie-arm. Rechtdoor is de enige weg. En dit ziet mijn papa me graag doen. Hier moet ik door, en dat gaat me lukken! In 5 jaar kan ik mijn rijbewijs halen en met de auto komen, hoef ik al weer een jaar minder op deze plek te zitten.

Door mijn nieuwe omgeving verloor ik al het contact met mijn klasgenootjes uit het lager onderwijs. Het maakt me blij dat ze op een betere school zaten, in hun gekende omgeving en met leerkrachten die hen veelal steunde en een verschil wouden maken in iemands leven. Ik zat in een van de slechtst bestuurde scholen van het land. Niet ongewoon om in een semester verschillende leerkrachten hadden voor een vak. Dat was in de tijd voor het lerarentekort. Leraren werden letterlijk buiten gepest. Wenend de klas uit.

Om maar te zeggen, ik was eenzaam. En hulp inroepen of ontsnappen op een bepaalde manier is niet bepaald mijn opvoeding geweest. Ik weende me vaak in slaap, toch in dat eerste jaar. Er lopen veel jongens rond en erg veel liefde voel ik daar niet. Die testosteron en die AXE geur en slechte muziek. Who let the dogs out, Lou Bega Mambo No. 5 was de muziek om me heen. Ik haatte die muziek want het was gelinkt aan deze plek en die andere jongens vonden het zo leuk. Daarnaast brullen, geroep, drugs en andere problematiek. Het voelde voor mij echt aan als een gevangenis. Een plek waar ik moest zijn. Maar niet wou zijn. Ik kan niet weg. Ik wil wel. Ik ben niet veilig.

Het schoolterrein is gigantisch. Zo groot, dat er twee bushaltes zijn aan het begin en het einde van het terrein. In een van de westelijke gebouwen is het jongensinternaat. Daar zit ik. Vanuit de trappenhal kom je na wat stappen uit op de tweede verdieping. Twee armen van gangen, een links en een rechts. Gelige linoleum op de vloer. Mijn kamer was links, aan de rechterzijde, ergens in het midden. In het begin van de gang waren de douches -die letterlijk uit elkaar vallen- en de toiletten.

Mijn kamer is aardig. Gedateerd, ook dat, net als de rest van het gebouw. In de kamer heb je rechts van je een kleerkast en links een lavabo. Twee stappen verder heb je links mijn bed en rechts een bureau. Fun fact: met mijn lenigheid kan ik mijn hele lichaam buigen, in de kast onder mijn bureau, met de deur toe. Zo slaagde ik er jaren later in om met mijn arm in een Cola-machine te gaan en blikjes te stelen. On demand en gratis.

Ik had uitzicht op de parking, met gelukkig wat groen. Hoge, volwassen populieren die meedansen met de wind. De ietwat drukke steenweg tussen het centrum en de snelweg ligt achter de bomen, en een boomkwekerij wat lager naar links. Maar, net als mijn kamer zal ook mijn uitzicht nog verschillende keren veranderen. Elk jaar een andere plek.

Tijdens de schooluren was ik niet echt gelukkig of blij. Er werd gepest en uitgesloten, ik was een van die schatjes. Leraren zonder passie en/of duidelijk dronken. Ik kan moeilijk connectie maken en ben toch vooral tot mijn eigen zelf gereduceerd. Ik ween me 's nachts vaak in slaap. Toen mijn buurman me daar bij het avondeten eens over aansprak ontkende ik in alle toonaarden, uiteraard. Dieter heette die jongen, ik vond hem nog best leuk, maar we hadden niets samen.

Het is ook de plek waar ik realiseerde homo te zijn, ik zag al die jongens halfnaakt gaan douchen en ik was impressed. Ik begreep dat ik anders was.

De baseline voor de komende 6 jaar zijn gelegd. Weinig veiligheid, weinig liefde of persoonlijke ontwikkeling. Ofja, een andere ontwikkeling. Achteraf gezien was het toch eerder overleven. Het was gewoon niet leuk, ondanks bepaalde aangename momenten. Ik gun mezelf een betere periode toe. Eigenlijk is het de laatste plek waar je als 12-18 jarige wil belanden. Nuja, er zijn nog vele ergere plekken op deze aarde. Helaas.

Misbruik was er dus ook. En daar ben ik slachtoffer van. Ik herinner mij niet alles scherp, maar genoeg om te weten wat er gebeurde. En dat ik dat niet wou. Maar ook dacht dat het zo was of moest zijn. Ik weet het niet, uiteindelijke verlangde ik er nog naar, als mijn enige vorm van affectie. Dit is best sick toch? Het maakt me droevig. De verwarring en het gebrek aan echte affectie lieten diepe sporen na en zijn vast ook de redenen waarom ik er nooit over praat. Alles zit achter een muur van schaamte en verwarring.

Ik voel me niet altijd slachtoffer. Ik blijf vooral achter met een mengeling van twijfel, verwarring, en een diepe struggle die moeilijk uit te leggen valt.

-ik neem pauze, ik merk dat ik stresszweet heb terwijl ik schrijf.

Een muur van schaamte en verwarring. Sterker, ik was de heftigste emoties van toen more or less vergeten. Die belangrijke herinneringen kwamen op een onverwacht moment terug. Een vijftal jaar geleden kreeg ik telefoon van Cedric met de mededeling dat iemand die we kennen is opgepakt voor openbare zedenschennis (flashen) en het lastigvallen van verschillende vrouwen, laat op straat. Slik. Hij is degene die ook bij mij toen grenzen overschreed. En nu ook andere slachtoffers? Waarom heb ik nooit iets gedaan hiermee. Mijn wereld zinkt weg onder mijn voeten. Ik begrijp mensen die deze zin uitspreken want ik heb het ook gevoeld. De hele wereld hoe jij die kent en beleefd valt weg als zand tussen je vingers. De impact is enorm. En ook nu kan/durf ik dit niet met iemand te delen. Ook niet met Cedric. Emoties.

Ik begrijp dat dit alles veel trauma bevat, zelfs meer dan ik zelf altijd door heb. In therapie kwam ik ook dichter bij die pijn — via dromen. Dromen waarin ik terug was in die kamer. Waarin het gebeurde. Waarin ik me niet kon bewegen. Slaapverlamming. Alles hyperrealistisch. Alles lijfelijk. Droom of niet, mijn lichaam herkent de plek meteen.

En dus, mijn droom deze nacht bracht me weer naar deze plek. Levensecht, maar gelukkig niet zo intens als een slaapverlamming. Ik denk dat situaties als deze vergelijkbaar moet zijn met mensen die een oorlog meemaken en dat herbeleven. Zoveel jaren later. Die innerlijke pijn bloeit ongenadig stevig. Als het grootste ondoordringbaar woud van doornstruiken, net als in doornroosje. Ongevraagd en onuitgenodigd. Hoe raak je daar uit? Alsof het moeten beleven al niet genoeg was.

Gelukkig zijn die gevaren van het internaat hier vandaag niet meer, maar alles wat daar gebeurde, zit wel mee in de slotsom van wie ik ben. Geen idee dat ik graag omarm, maar is feitelijk correct. Ik struggle.

Het was gelukkig niet alleen kommer en kwel en ik wil graag positief eindigen, zeker na deze heftigheid. Wat ik wel leuk vond op internaat: de structuur van studietijd en eten voelde goed. Ik was zeker van 2u studiepauze per dag en slaap van 22u-07u. Die momenten was ik op mezelf en was ik veilig. Dat, en het vieruurtje! of dinsdagavond en donderdagavond Wittekerke kijken met de meiden, toen ik ouder werd en de jongens en meisjes samen werden geplaatst in een gebouw. Ook met een andere kamer en een ander uitzicht, rip. Maar dus, kleine dingen die het leven draaglijk voor me maakten. En, heel soms, zelfs mooi.

Ohja, vandaag werden voor de deur 5-tal bomen aangeplant. The game is on hier. Blij dat ik nu ook mooie mensen om me heen heb, maar dat voelt alleen niet altijd zo voor mijn lichaam en ik denk dat ik daar nu in het groeien ben. Ook blij dat de combi van therapie met Ellen, Escitalopram en CBD me toelaten hier zo open te zijn en het woud van doornen met momenten durf aan te kijken. Nu meer dan ik ooit durfde.

Maar soms komt de vraag. Wie zou ik geworden zijn als x of y niet was gebeurd. Wanneer ik op een leuke school zat met leerkrachten die liefde in deze wereld brengen en van goeie mensen nog betere mensen wil maken. Gelukkig heb ik ze gekend in mijn lager onderwijs. Ik weet dat een leraar een grote impact heeft op je leven. En ik hoop dat jij er minstens eentje hebt gehad, op de juiste momenten. Ik wens het 12-jarige David ook toe. Met opvoeders die er zijn om hem te helpen.

Deze plek laat me toe mezelf beter te leren kennen en begrijpen, maar evengoed de mooie mensen om me heen. Dat zij me beter kennen en begrijpen, waardoor we over elkaar meer leren en onze relatie verder kan verdiepen.

Gelukkig plantje.

Pasen!

Zondag met chocolade, familie en rust.

30/04 – Victory

Petra De Sutter is verkozen als nieuwe rector van de UGent. Helaas voor de Belgische politiek. Goed voor Petra en goed voor de UGent.

En net zoals Petra zich nu vast goed voelt met haar overwinning — terecht — voel ook ik me in lange tijd weer wat beter. Er stroomt meer zachte energie door mijn lijf. Afgelopen nacht heb ik ook goed geslapen: geen wilde dromen, niet zwetend wakker worden én ik kon lekker uitslapen. Mijn lichaam is meer in rust, waardoor die ook meer echt kan uitrusten -ironisch genoeg.

Nu kan ik ook eindelijk dingen afwerken die al lang om aandacht vragen.

Voor het uitbaten van mijn unit zijn nieuwe vergunningen nodig. Die eisen geld en mentale ruimte op. Ook de verblijven van afgelopen maanden moet ik aangeven aan de stad, om de overeenkomstige toeristenbelasting te mogen betalen. Allen draining administratie. Maar die kan ik vandaag eindelijk weer aan! Victory!

Dit gevoel is zacht en krachtig. Het geeft me nu energie en brengt me in een toestand waarin ik dingen gedaan krijg en wat milder kan zijn voor mezelf en anderen. Laten me verder bouwen op deze trend. ^^


electrified

Electrified.

25/04 – Het brengt erkenning

Ik voelde me gisteren namiddag al onverwacht -en dus plots- uitgeput. Liggen en niets doen. Kapot en moe. De energie die ik diezelfde dag in de ochtend voelde was als een trage bliksem door mijn lichaam gegaan en heeft brent mee electrified -tot zijn verveling toe. Eigenlijk begreep ik pas door zijn reactie hoeveel energie ik had.

Soit, alsof ik plots een punt had bereikt waarop ik van alles naar niets ging. Als een goedkope luchtmatras die midden in de nacht -net als je er volledig op vertrouwd- leegloopt. Niet luid. Traag. Zoals mijn energie.

Leeg en op. Drained. Klaar om te slapen en niet snel meer wakker te worden. Nu, dat zou mijn hele ritme fucken en dat wil ik liever niet. Ik wist: als ik me nu neerleg, dan ben ik lang weg. Niet begrijpend waar die plotselinge deflatie vandaan komt, dobber ik verder. De energie is er niet meer. Het is vanaf nu toch vooral doorvoelen.

CBD brengt wat verlichting en laat me toe mijn avond nog nuttig te maken. En hoopte dat een goede slaap me in ruil ook wat meer energie zou geven. Van die hoop was er deze ochtend niets meer te herkennen. Auw.

Ochtenden als deze heb ik al even niet meer meegemaakt. Alsof ik vastzit in de sneeuw na een lawine. Overal wit om me heen; de stilte en de koude werken verdovend. Mijn lichaam voelt de nood om te ontsnappen. Uit de benarde situatie. Je weet dat er een uitweg is, maar je kan je niet oriënteren. Ik weet niet waar ik moet beginnen. En vooral: ik heb geen energie.

Het voelt meteen alsof ik weer stevig achteruit ga. Dat voel ik eigenlijk al even, en nu nog harder. (En ja, die achteruitgang is ook deel van het proces, ridera rideroe.) Ik voel me ellendig. Mijn bed lijkt de enige veilige en warme plek. Ik wil rust, maar ik gun mij die rust niet. Mijn hoofd blijft malen. Ugh. Ik vlucht weg in scrollgedrag en herken al deze patronen best goed. De realisatie dat het echt niet goed met me gaat steekt weer de kop op. Hoe ga ik terug kunnen werken en al die tijd en verantwoordelijkheden op me nemen? Vooral wanneer alleen het leven al zo rusteloos voelt zonder al die extra uitdagingen. Alles lijkt tegenstrijdig. Ik weet eigenlijk niet wat ik moet doen. Laat me maar even zitten in de sneeuw. De diffusie van het licht door de sneeuw -die is er dan wel in mijn verbeelding, het zou meteen ook de uitweg zijn- is vast ook prachtig.

Ik leg mijn gsm weg en maak drie bewuste ademhalingen. En denk na waar ik gelukkig van zou worden.

Veel komt er niet in me op. De zelfkritische David, in combinatie met de lage energie, zijn best een toxische omgeving om gezonde zaadjes te laten schieten. Maar één idee blijkt toch resistent tegen zijn schadelijke omgeving: laat ik in het gevoel duiken en erover schrijven! Het kunnen vastnemen, bekijken en vooral even kunnen toelaten.

Brengt dit ook rust met zich mee?


wazige hond met dennenappel, in beweging op gras

Een vlaag vreugde. Onvast, maar echt.

21/04 – 420 & reflectie

Post-toneel, post-Pasen. Alleen thuis. 420. Veel gevoeld. Veel geschreven. Ik deelde mijn tekst over Moeke en kreeg zulke warme reacties dat ik nu echt voel: misschien moet ik hiermee verder. Misschien is dit wel het begin van iets.

Soms voel ik het en wil ik ervoor gaan,
maar hoor ik de demonen in mij schreeuwen, in de verte. Dreigend.
Het maakt me angstig. De angst regeert en ik stel uit.
Het mooie: ik herken dit moment. En met die realisatie kan ik iets.
Want waarom niet gewoon doorzetten? Ik heb niets te bewijzen of te verliezen,
wel iets te geven – waar liefdevolle mensen om me heen ook iets aan hebben.
Want ook zij maken mij wie ik ben. Ik beleef dit niet alleen.

18/04 – spanning en verlangens

Mijn lichaam zit vol spanning. Ik voel me moe, mijn maag is onrustig. Er speelt veel: de rouw om de pilotenopleiding, het laatste afscheid van Moeke, de sinus-operatie, bezoekjes, reizen. CBD brengt me een beetje terug. Wat rust. Wat ruimte. Hopelijk structureel meer van dat binnenkort.

witte bloemen van dichtbij met zachte achtergrond

Openbloeien gebeurt soms in stilte. Het is zondagmiddag, 21 april 2025. het moment waarop dit plekje begint te ademen — net als ik, jaren geleden. Misschien landen de liefste dingen wel altijd op een zondag.

05/04 – Mooiste lente dagen. Intense gevoelens

Een heftig mooie dag. Op de planning: koffiekoeken, oma van Brent bezoeken in het ziekenhuis -het zijn allicht de laatste dagen, de ikea bezoeken -we zijn dan toch in Hasselt en op tijd thuis te zijn om hier nog te kunnen genieten van het mooie weer.

Samen naar de bakker gewandeld -hoera tijd samen, leuke dingen, weekend vieren. Helaas, geen chocolade koek bij de eerste bakker. Gelukkig nog in de bio-winkel. Brent koos voor een van de vier chocolade-cremekoeken. Ze zien er bleek uit, ik ga ervan uit dat ze vegan zijn. Plottwist: dat waren ze niet.

Soit, ik wil door naar het ziekenhuis. Tijd gaat snel en ik wil die avondzon nog samen harvesten. Thuis. En off we go. Rustige rit, even rijd voor parking, ziekenhuis in en op de kamer. Brent sluit de deur. Moeke slaapt. Ze snurkt een beetje en haar hoofd licht gekanteld op haar kussen. Bij elke ademhaling zakt haar hoofd verder haar kussen af. Traag. Brent wil haar wakker maken, maar ik aarzel. Het voelt invasief. Ik wil me eerst laten landen in de ruimte en opnemen wat ik zie en beleef. En mogelijk wordt ze vanzelf wel gewoon wakker terwijl we aan het praten zijn. Dat gebeurt echter niet. Tot, een verpleegster zwaait de deur open, maar zodra ze mij ziet zitten, terwijl ze de deur openzwaait, zegt ze: ow sorry, ik zag dat de deur dicht was en wou komen kijken. Terwijl klopt ze op de deur. Ik kijk haar aan en waardeer haar woorden. Want ook dit was invasief.

Moeke wordt beter gelegd. Haar rug wat rechter, meer in het midden van het bed, haar kussen lekker onder haar. Ze is wakker en de verpleegster is erg aardig met haar. Maakt actief contact en communiceert. 'Er is bezoek voor u.' En Of ze ons herkent, haar bezoek? Ik lees haar gezicht af terwijl ze woorden zoekt. Ik weet niet of ze beseft of we er zijn, maar ik geef het voordeel van de twijfel. Dat bevestigt ze zelf later. De verpleegster neemt afscheid en laat ons weten dat we best blijven praten met haar, want dat ze anders in slaap valt. Dat blijkt geen leugen te zijn. Maar Brent en ik zijn te hard disrupted van het moment dat we amper woorden over onze lippen krijgen, laat staan te bedenken wat we precies willen zeggen. Ik vraag haastig wat het apparaat is dat aan haar bed hangt. Het viel me op toen ik eerder op de stoel zat. Het bed recht voor mij. Een grijs/blauwe box dat geluid maakt. Ik begrijp dat je links het gewicht van de patient meegeeft (draaiknop) en dan waren er nog knoppen om een bepaalde golf te kiezen? Er waren twee opties. Het aparaat maakt lawaai en ik zie twee buizen naar haar bed lopen, verdwijnend onder het deken. Ik gok dat het haar warmte geeft? Maar bij second thought realiseer ik me dat dat onwaarschijnlijk is. But who knows? Blijkt dat het drukverschil van de matras wijzigt op verschillende plekken. Zodat het doorligwonden wat kan voorkomen. Mooi!

Verpleegster weg. Ik zie Brent. Hij zit rechtover me. Ik wil voelen en weten wat er in hem omgaat. Mijn emotionele band met Moeke heeft niet dezelfde value dan Brent, waar hij delen van zijn hele leven mee heeft gedeeld. Brent is tenslotte voor een stuk ook Moeke. Zowel in DNA (lichaam) als emotioneel (geest). Ik wens mezelf zo een moment toe met mijn opa. Aan jonge David. Een moment waarop we samen zijn en ik de kans heb om intiem afscheid te nemen. Elkaar te voelen. En fuck, wat heb ik het leven vandaag met Brent zo mooi gevoeld. Ik vertel.

Ik realiseer me dat ik Brent mogelijk aan het pushen ben, dat wil ik niet. Mijn intenties zijn puur en goed bedoeld, maar Brent denkt en voelt anders dan ik. Dat begreep ik plots. Ik wil zijn moment niet wegnemen, ik wil vooral dat hij het moment beleefd en de gevoelens die er zijn ook kan toelaten. Daar zijn we samen ook geraakt en ik ben zo trots op Brent. Ik voelde Brent hele tijd wel hard voelen en denken. Maar in dat moment neemt hij zijn oma vast voor de mooiste knuffel die ik ooit in mijn leven heb ervaren. En ik was maar toeschouwer. De emotie die ik zag en voelde, vooral bij Brent zijn oma, deed mijn hart scheuren van liefde. Ik kan mijn tranen niet meer bedwingen en ik ween ook. Dit voelen is goud. En iets wat me altijd zal bijblijven. We zitten samen zo diep. Er is het onvermijdelijke afscheid, en ik denk niet dat het op een mooiere manier beleefd kon worden. Dit was schoonheid op zijn best. In de diepte dat het leven soms is. Ik ben trots op Brent en blij om hem zo puur te zien.

De IKEA waar ik graag heen wil is nu wel de laatste plek op aarde waar ik wil zijn. Nuja, ik kan nog wel een paar plekken bedenken, uiteraard. Ik voel dat we Brent en zijn mama beter bij elkaar kunnen brengen. Ik herriner me de knuffel tussen Brent en zijn mama, toen haar mama was overleden. Ik weet dat zij de juiste persoon is om nu bij te zijn. Ik stem af met Brent en bel haar op. Ze werkt in de tuin en zouden afspreken bij renee. Dat is oke voor mij, maar niet de beste piste. Ik realiseer me dat later en Brent gaf dat ook zo aan. Fuck zuinig rijden, deze situatie vraagt snelheid. Ik hoop haar nog te klissen voor ze bij renee is, en stuur haar nog via whatsapp -wat ze niet gelezen blijkt te hebben, want beter sms, maar dat zit niet in mijn hoofd want het gros van communicatie tussen ons is via whatsapp. Soit, ik rij veilig maar lekker vlot naar Paal, aangekomen en net voor ik indraai ziet Brent haar beneden wandelen. Ik rij tot daar en eenmaal naast haar breng ik de auto tot stilstand. Met de blik die ze geeft wanneer ze weet dat er een auto naast haar stopt lees ik meteen dat ze al wist voor ze keek, dat wij het waren. Dat gevoel kreeg ik toch. Ze stapt in, en ik wil niet naar renee rijden dus ik zet de auto even langs de kant, iets verder op het grind. En start een gesprek over hoe de ochtend was verlopen en hoe wij het hebben ervaren. Brent krijgt het moeilijk, op een mooie manier tho. We rijden terug huiswaarts en delen een erg mooie middag samen. Ik kan hier nog een heel verhaal over vertellen, maar honestly word ik zelf wat moe, maar wil ik volgende delen: Leuk om samen te zijn, Brent zijn gewicht en verdriet met ons kan verwerken. Samen de fijne mooie tuin zien en beleven. En vooral veel praten. Er zijn voor elkaar. Elkaar meer begrijpen. Dit soort momenten hebben we niet veel. Maar vond ik erg fijn. Grote, rode tulpen uit Amsterdam. Schoonheid.

Dit zijn misschien wel de dagen waarvoor ik leef. Veel gevoeld, veel liefde gedeeld en spontaan de dingen open beleven. Ik ben zo blij met ons. Dankje Brent. Je bent geweldig. En Moeke. Je bent zo spraakzaam, maar o zo stil de laatste weken. Je neemt afscheid van de wereld op jouw manier en daar heb ik veel respect voor. Maar het maakt het verdriet er niet minder om. Veel mensen gaan je missen en ik vind het intiem om zo kort bij je einde te zijn. Ik kan het zelf amper vatten. Ik zou er ook moe van worden. Dat. En van het niet eten natuurlijk. Het gaat je goed en ik ben blij dat onze levens elkaar nog even hebben gekruist. Ik begreep dat je me ook graag had en daar ben ik nederig dankbaar voor. Dat je me toeliet en liefde deelde. Daar draait het hier allemaal om, en dat liet je niet per se verstaan door je woorden, maar wel door je daden. Je bent sterk en we gaan je missen. Op de liefde.

twee mensen praten terwijl de wereld om hen heen opengebroken ligt

Twee mensen praten terwijl de wereld om hen heen opengebroken ligt.